over de sabelpootkriel
         
         
 

De Nederlandse Sabelpootkrielen behoren tot de oudst bekende rashoenders. Op een schilderij van Adriaan van Utrecht uit de 16e eeuw staan deze hoenders al afgebeeld.Waarschijnlijk zijn de Sabelpoten in Oost-Azie ontstaan. Zij herinneren in vele opzichten aan de Japanse krielen (Chabo's); dat ze hiervan afstammen is nog aan verschillende kenmerken te zien, bijvoorbeeld de staart en staartdracht van de haantjes.

Sabelpootkrielen hebben een overvloedige been- en voetbevedering, die mooi aaneensluit en als het ware een voetstukje onder de kriel vormt. De lange gierhakken - gelijkend op sabels - zorgden voor de naam Sabelpoten. De hoog gedragen borst, de naar achteren gedragen hals en de vrij hoog en gespreid gedragen staart zijn de meest karakteristieke kenmerken van dit krielras. De enkele kam is rechtopstaand en helderrood van kleur.
Er komen zowel dieren zonder als dieren met baard voor. De loopbenen, buiten- en middenteen zijn volledig bevederd en vormen gezamenlijk het fraaie halfrond voetstuk. De lange vleugels worden schuin naar beneden gedragen en rusten op de lange stijve veren (de gierhakken) van de beenbevedering, die schuin achterwaarts steekt. Het gewicht van de haan is ongeveer 850 gram en van de hen 650 gram.
De ringmaat is voor de haan 15 mm. en voor de hen 13 mm.

De Nederlandse Sabelpootkrielen komen voor in 17 erkende kleurslagen waarvan de porseleinkleur de oudste en meest bekende kleurslag is. De porseleinkleur (een combinatie van drie kleuren op een veer, namelijk okergeel, zwart en wit), is een van de fraaiste kleuren die men zich denken kan. de volgende kleuren zijn erkend: Porselein, Isabelporselein, Citroenporselein, Zilverporselein, Zwart-witgepareld, Blauw-witgepareld, Oker-witgepareld, Wit, Zwart, Blauw, Buff, Parelgrijs, Patrijs, Zilverpatrijs, Columbia, Gestreept Porselein en blauwgetekend

Als belangrijkste karakteristiek geldt voor de Nederlandse Sabelpootkriel harmonie. Dit geldt niet alleen voor het samenstel van eigenschappen die een uitgesproken balans in het fijngebouwde type teweegbrengt. Ook is er een duidelijk verband tussen het uiterlijk en het rustige maar levenslustige voorkomen. Vitaliteit is hiervoor van groot belang. Bij de beoordeling van dit type heeft het totaalbeeld voorrang boven de afzonderlijke eigenschappen. Een goede Sabelpootkriel herkent men al van afstand.Naast de gewone Sabelpoten komen er ook voor met een baard.

Sabelpootkrielen leggen ongeveer 150 eieren per jaar en het gewicht van het ei is circa 30 a 40gram en de kleur van het ei is wit/bruin.
Als nut ras horen de Sabelpootkrielen onder de sierrassen. De hennen broeden goed en zijn zorgzame kloekjes.
De kuikens worden zonder moeilijkheden groot, echter dient tegen nattigheid, met het oog op de ontwikkeling van de pootbevedering, gewaakt te worden.

In november 2009 heeft de Sabelpootclub een geheel vernieuwde rasbrochure uitgegeven. Hierin staat alles wat een beginnende en gevorderde fokker van sabelpootkrielen moet weten. De rasbrochure beschrijft de geschiedenis van het ras, de rasstandaard, de ervelijkheid van de kleurslagen en alle erkende kleurslagen.
Deze rasbrochure kunt u via de Nederlandse Sabelpootclub bestellen