Instructeurs horen van mensen met pups vaak de vraag; "hij is nog steeds niet zindelijk, het lukt maar niet, is dit normaal?". Wat we dan zien is dat ze aan de andere kant een pup aan de lijn hebben die ongeveer 16 weken oud is. Soms horen we ook mensen die heel trots vertellen dat hun puppy al zindelijk is vanaf de dag dat hij in huis is.

Wat is nu normaal en niet en wat is normaal.

Gemiddeld genomen kun je stellen dat een pup met 5 maanden zindelijk kan zijn. Soms eerder, soms later.
Het hangt heel erg af van 3 factoren. de 1ste is de pup, de 2de de fokker en de 3de de eigenaar.

Factor 1: De pup

De ene pup is de andere niet. Net als met mensen heb je soms kinderen die al heel snel uit de luiers zijn en soms kinderen die nog heel lang ('s nachts) een luier om hebben. Zo is het ook met honden. Een pup moet net als een mensen baby controle leren te krijgen over het aanvoelen en het ophouden van hun behoefte. Bij de ene pup is dat iets anders dan bij de andere.

Factor 2: de fokker

Een goede fokker zal zijn pups krant zindelijk maken voor ze vertrekken. Zij leggen de hele ruimte waar de puppen kunnen komen, met uitzondering van de slaapplek, dan vol met kranten. Dit is wat de hond dan gaat herkennen als uitlaat plaats. Daarnaast zal de fokker de hondjes overdag een paar keer per dag buiten zetten om ze kennis te laten maken met gras of zand. Omdat puppen de ouders copieëren zullen de pups ook leren om buiten hun behoeften te doen. Omdat dit verder is van de slaap plek dan de kranten zullen ze dit na verloop van tijd de voorkeur geven. Helaas zijn niet alle fokkers zo intensief met hun pups bezig. Zij laten de puppen de hele dag in een puppy ren zitten op kranten of zetten de pups slechts 1 of 2 keer daags buiten zonder de moeder hond. Dit zijn vaak de pups die 's nachts ook niet zindelijk zijn en over het geheel genomen er iets langer over doen om zindelijk te worden. Ze lopen als het ware een stap achter en moeten er zelf achter zien te komen ipv het copiëren van de moeder hond. Dit is geen groot probleem en heeft verder weinig invloed op het verdere leven alleen alles duurt iets langer. Laat je dus ook niet gek maken als je op puppycursus hoort van andere mensen dat hun hondje al zindelijk is.

Factor 3: de eigenaar (jij zelf)

De 3de factor is zoals gezegd jezelf. Hoewel de basis vaak al gelegd is, is het aan jezelf om het grootste deel in deze opvoeding te doen. De snelheid van dit proces hangt meerendeel af van je consequentie, je geduld, je doorzettingsvermogen, je oplettend heid en je ritme.

Hoe ga je te werk

De eerste week

Zorg dat je de eerste week dat je de pup in huis hebt zelf ook thuis bent. Dit is namenlijk niet alleen een mooie gelegenheid om elkaar te leren kennen en even te genieten van de nieuwe pluizenbol, maar geeft je eveneens een goed beeld van het ritme van de pup. In deze week kun je dat ritme aanpassen naar je eigen ritme.
Er is een vuistregel die je moet onthouden. Je pup moet een plas doen tussen bijna elke verandering van gedrag. dwz. als hij wakker wordt, plassen, als hij heeft gegeten, plassen, als hij heeft gespeeld, plassen. Ook al zit er maar 5 minuten tussen het slapen en het spelen. Geheit dat er wat uitkomt. Als je dit aanhoud geef je je pup genoeg gelegenheid om buiten zijn behoefte te doen wat ongetwijfeld de voorkeur geeft aan zowel jezelf als de pup.
Ook heel belangerijk is dat je de pup niet oppakt als je naar buiten loopt, maar op een enthousiaste manier je pup mee naar buiten lokt (met uitzondering van als hij net wakker wordt aangezien hij dan hoogst waarschijnlijknog wat slaperig is). Als de pup op een drafje achter je aan loopt zonder de gelegenheid te krijgen te snuffelen of stil te staan dan zal hij al heel snel de weg naar de buiten deur weten te vinden en deze ook opzoeken als hij een plas moet doen. Als je de pup telkens oppakt leert hij deze weg niet en zal de zindelijkheid langer duren. Leg voor de buiten deur een krant neer. Doorgaans zijn bijna alle pups krantzindelijk gemaakt en de pup zal deze krant ook opzoeken als hij eenmaal weet waar hij ligt.
Als je pup onder het huppeltje richting buitendeur toch gaat zitten om iets te doen pak hem dan wel snel op en zet hem dan buiten neer. Zodra je de pup oppakt zal hij ophouden met plassen.
Erg belangerijk is om je tijd te nemen en te wachten tot de pup ook daadwerkelijk iets doet. Negeer hem zoveel mogenlijk in die tijd om hem ook de kans te geven iets te doen. Als hij na 10 minuten nog niets gedan heeft kun je hem weer mee naar binnen lokken.
Wat je nooit mag doen is je pup straffen als hij een plas binnen doet. In bijna alle gevallen is dit gewoon een kwestie van een ongelukje en is dit te wijten aan je eigen gebrek van oplettendheid. Maak de plas goed schoon met water en eventueel iets van detol, azijn, citroensap of noem het maar om de geur van de plas weg te nemen. Wat ze vroeger deden door je pup met de neus in de plas te drukken werkt echt niet. zeker niet op deze leeftijd. Als je een baby hebt die net begint te plassen als je een luier aan het wisselen bent geef je die ook geen draai om de oren. pup is ook nog een baby. Volgende keer beter. Als je je pup wel straft zal hij slechts angst ontwikkelen voor je omdat je zomaar ineens boos wordt op hem. als je hem op heterdaad betrapt dan doe je niets anders dan hem snel oppakken en buiten zetten, wacht tot hij nog maals plast en beloon hem daar dan voor.
Soms is het erg moeilijk om te zien wanneer je pup stopt met spelen. Dit is iets dat je moet leren. Als hij gewoon rondloopt en ineens vertraagd in zijn tempo en begint te snuffelen dan is hij waarschijnlijk een plek aan het zoeken om te plassen en dit is het moment waarop je overend springt en hem snel mee naar buiten lokt.
Naast de korte pitstops van plasjes kun je je pup ook aanleren om aan zijn vaste uitlaat rondes te wennen. Hier gaat een ritueel aan vooraf van het omdoen van de riem, het aantrekken van je schoenen en jas, het pakken van je sleutels etc. Je hoeft niet zo ver te lopen met je pup. zolang hij maar in elkgeval een plas doet en bij voorkeur ook poept is het goed. beloon hem uitbundig. probeer deze uitlaatrondes op vaste tijden te doen. voorlopig nog 4 keer op een dag. (sochtends voor je normaal gesproken weg gaat, tussen de middag, smiddags en savonds. bijvoorbeeld, 7.00u, 12.00u, 17.00u, en 21.00u) de rest van plaspauzes kan opgevuld worden met pitstops.
De meest belangerijke pitstops zijn die als je direct wakker bent (bijvoorbeeld 5.30) en vlak voor je naar bed gaat (12.00) Een pup van 8 weken zou het 6 uur moeten kunnen ophouden, maar je komt er snel genoeg achter of jou pup dit ook kan of niet. Aan het einde van de 2de week heb je al heel wat pitstops minder en zal je pup al redelijk gewent zijn aan zijn uitlaat rondes.

Vanaf de 2de week

De 2de week kun je eventueel weer aan het werk gaan maar zorg wel dat je op de tijden van de uitlaat rondes thuis bent. tussen de middag naar huis dus, nog een week vrij nemen of halve dag werken of even de buurman vragen. In de tijden dat je niet thuis bent doe je je hond in de bench. Zorg dat hij ten alle tijden water kan drinken. Als je ruimte ervoor in je bench hebt kun je in de bench nog een krant leggen maar dit is waarschijnlijk niet nodig. Je pup leert enorm snel en als je consequent je uitlaat rondes hebt vol gehouden dan zal je pup het tussen tijds drooghouden als hij in zijn bench zit. Je kunt in deze week kijken of je de pauze snachts kunt uitbreiden naar 8 uur tussen pitstops ipv 6 uur. De tijd dat je op moet letten is de tijd dat je pup vrij rond loopt in huis. meestal is dit savonds of misschien al smiddags.
Als dit volgens schema gaat dan kun je het langzaam verder uitbreiden naar je eigen wensen. Een pup van 14 a 16 weken zou het 9 a 10 uur droog moeten kunnen houden. tussen de middag uitlaten kun je eventueel vanaf dan overslaan mocht dat wensen. de 3 uitlaatrondes die je dan overhoud houd je (ongeveer) aan voor de rest van zijn leven.

Dit is een indicatie van een goede manier van zindelijkheids training. de moraal is dat je begint met vaak uitlaten en dit in een periode van ongeveer 6 tot 12 weken terug kunt brengen naar de uitlaat rondes die hij uiteindelijk aan moet houden. Volg hierbij vooral je hart en je gevoel met wat het beste is. Je krijgt dit snel genoeg door als je de pup leert kennen.